Hulp bij het testen Ferri-Check

Was je handen grondig. Gebruik zeep en warm water. Droog je hand af met een schone handdoek.

Bereid het testapparaat en de capillaire pipet voor: haal ze uit het beschermende zakje (scheur bij de inkeping) en leg ze binnen handbereik (je hebt ze later nodig). Gooi het zakje met droogmiddel weg.

Maak het lancet klaar. Houd het prikapparaat vast zonder de triggerknop aan te raken. Ontgrendel het dopje door het een kwartslag te draaien totdat je voelt dat het loskomt van het prikapparaat en draai het dan verder (2-3 rotaties). Niet trekken, gewoon draaien en gooi het dopje weg als je klaar bent.

Maak het uiteinde van de middel- of ringvinger schoon met een watje bevochtigd met alcohol. Masseer de gekozen vinger naar het topje toe gedurende 10 tot 15 seconden om de doorbloeding te bevorderen.

Prik in de vinger: zet het prikapparaat stevig tegen de zijkant van de eerder gereinigde vinger en druk op de vrijgaveknop. Het lancet wordt automatisch teruggetrokken in het prikapparaat. Masseer de vingernaald zachtjes om een mooie ronde bloeddruppel te creëren.

Verzamel het bloed met de capillaire pipet: Raak de bloeddruppel voorzichtig aan met het open uiteinde van de capillaire pipet. Het moet tot aan de lijn op het capillaire buisje worden gevijld. Druk niet op de ballon, die klapt vanzelf dicht. Maak een nieuwe bloeddruppel als de lijn niet wordt bereikt. Vermijd zoveel mogelijk luchtbellen.

Doe het met de capillaire pipet verzamelde bloed in de monsteropening van het apparaat door op de pipetballon te drukken. Wacht 30-40 seconden totdat het bloed volledig in de testopening is opgenomen.

Voeg de verdunner toe: Draai de blauwe dop van de verdunningsdruppelfles los (laat de witte dop goed dichtgedraaid) en voeg de verdunner als volgt toe: Houd de verdunningsdruppelfles verticaal en voeg langzaam precies 4 druppels toe in de monsteropening van het apparaat met een interval van 2-3 seconden tussen elke druppel.

Lees het resultaat na 10 minuten af. Niet interpreteren na 15 minuten.